Impressies van het verblijf op Sicilië in beeld en tekst door John Panders.

Ben ik ook

Uitstapje aan de kop van Palermo. Vissershaven en strand. Lekker fietsen. Hmmmm na 15 minuten, toch maar niet de fietsen uit de auto halen. Koude wind en monteren duurt toch ook nog een tijdje, want alleen uit-elkaar passen de twee rijwielen in de kofferbak. Wij besluiten te gaan wandelen, klein beetje zon, schrale wind….lekker. We komen aan een puntje dat heel sterk op een kabouterwereldje lijkt. Opgebouwd en versierd met ronde keien. Schattig. Een sprookjesachtig wandelgebiedje dat omgord is door scherpe rotsen waar het zeewater opgestuwd door de harde wind tegenaan beukt. Echt geen fietsweer, wel prachtige vergezichten waar ook de late middagzon hangende lichttapijten weeft over de rotsen aan de andere kant van de baai. Ik loop weg van Gera naar een kapelletje dat midden in het puntje is gebouwd. Binnen, bekleed met veel spulletjes, is een schrijn gemaakt, duidelijk opgedragen aan Maria Rosalia patrones van de vissers. Als ik wat beter kijk, het is tamelijk donker, zie ik een zwartwit foto van iemand die ik goed kende. Dat ben ik!! Nee maar die foto lijkt sprekend op mij eind jarenzestig. Het plaatje moet natuurlijk Jezus voorstellen. Herinneringen komen naar boven uit die tijd dat ik zo rondliep. Soms wandelde ik langs kinderen die dan aan hun ouder vroegen of ze niet Jezus hadden gezien. Een keer heb ik, toen dat gebeurde me omgedraaid en het kind minzaam aangekeken. Als was ik even..
Ik besluit mijn ervaring voor mezelf te houden. Na spelen op de rotsen samen, gaat Gera ook het kapelletje in. Ik blijf buiten.
‘Krijg nou wat, John kom eens, dat is sterk, moet je kijken hier hangt een foto van jou’. Kijk!
‘Jeetje zeg, speel ik mee, inderdaad de gelijkenis is treffend’. Foto gemaakt in verbazing. Er komt een man aan die waarschijnliijk wil mediteren dus maken we plaats.
Ciao

Pranzo maledeto


Zonnig Monreale. Lekker maar dan uit de gure noordwind. Het is winter en we zijn op de fiets naar boven gereden-gewandeld-gekropen. 15 tot 20%. Trek gekregen. Uurtje of 13uur. Toch naar het restaurantje dat nog een uur in de zon ligt. Terras, wind in de rug. Pranzo! Het brengt bij mij als hollander altijd schrik. Die italo’s gaan dan echt bikken: antipasti – prime piatti – seconde piatti. Ik krijg dat niet naar binnen. Gewoon kiezen wat je wilt. Nou dat is niet zo eenvoudig want ze zijn hier keiformeel wat dat betreft. Net zoals sla bij je eten, dat kan niet omdat dat niet kan. Vooraf. Pranzo bestellen maakt me dus nerveus. Er komt een vriendelijk kijkende twintiger naar ons toe. Pranzo? Si, perro….spring ik er meteen bovenop. Hij blijft rustig en wacht af. We hebben zin in pizza en in frites. Ok, een pizza voor twee en een grote portie patat. Gaat dat? Tuurlijk en wijn? Ook. Ik: niet meer pranzo dan dat hoor zeg ik met nadruk. Aposto! Als hij wegloopt roep ik hem nog na ‘ cosi va bene?’ Si, si. En dan ben ik nog niet gerustgesteld, pranzo is een trauma voor mij.De pizza smaakt heerlijk en een halve is zat voor twee. De patat is soeverein gebakken. We genieten.
We sch uiven telkens iets op om in de zon te blijven. De jongeman komt vragen of alles naar wens is en of we nog meer willen. Lichtelijk hysterisch zeg ik nee. Ok zo. Hij blijft rustig en gaat weer naar binnen. Hij kijkt me wel langer aan, hij kijkt ons zo wie zo aan, wat heel prettig is als je bediend wordt. Sicilianen hebben altijd een smoel naar je, eerst wat onverschillig en gas geven aan de gastvrijheid.
We gaan naar binnen afrekenen. De zon is achter de hoge huizen naast ons verdwenen. De rekening is al gemaakt en wordt gepresenteerd door hem en een vrouwelijke collega. Ze kijken me lachend aan. “Signore, guardate prego, siete Lei’. Hij toont me een plaatje op zijn smartphone en herhaalt, dat bent u. Ik zie een foto van Hulk Hogan. Huh? We lachen met z’n vieren en ik zeg terwijl we vertrekken: Si, sono io, da vero.
CIAO

MJAM

De Architect

Ze groeien hier overal om je heen.Zo oranje kan nederland nooit worden. Als je stout bent pluk je ze zo van de boom waar je langsloopt. Op een boom zo zwaar geladen mist men een twee ….niet.En dan de smaak, vooral die grote van de groentevrouw twee hoeken verder van mijn huis waar ik logeer.
Wanneer je door Sicilie rijdt in januari is het een feest van ronde oranje bollen met de heuvels en bergenom je heen. En de siciliaan die met elk voertuig probeert langs je te scheuren. Maar wat een landschap, ik zou sicilie ook innemen als ik een sterke heerser zou zijn. Wat een hebberigheid. Voor mij hebben talloze heersers dat al gedaan. Ik kwijl maar lekker in mijn sinas en denk niet aan mafia en andere boze dingen.
Inmiddels heb ik een plan bedacht voor Palermo. Om de stad volledig te restaureren stel ik 11 miljard euri ter beschikking. Restaureren zoals het er uit zag, niet omdat ik hecht aan oude dingen maar zo zag het er uit in die tijden. En verder komt er een keimodern nieuw museum als in Bilbao b.v., een theater-concertzaal als in Hamburg(wel ronder) en een supergrote moskee, mooier dan in Istanbul.
Volgende week wordt al met de bouw begonnen.

Geef gas

100 km in de stad. Knetterregen vandaag begin januari 2019. Wij met 20/40 km ….op de fiets. Jawel. Door de regenstraten. Vertrokken van de sneeuw in Monreale naar beneden Palermo. Afstand zo’n 10 kilometer.Veel belangstelling voor ons onderweg, twee niet zo jonge mensen op gehuurde fietsen bepakt met rugzakken. En gekleed in kleurige colombiaanse poncho’s. Dat zijn wij. Woonachtig in een joekelgroot huis van net overleden nonna (moeder, oma). Onder de hoede van twee lieve mensen Angelo en Marjolein gaan wij dat donkere koude gebouwsel proberen om te toveren tot een Bed&breakfast. Het huis net als de buurhuizen staan in een grote kom van Monreale en Altofonte. In de zon hebben we in een ons ter beschikking gestelde auto een ronde gemaakt door de vallei van die kom. Veelal grote huizen en dito tuinen van vrijwonende mensen van weleer. De kom is niet rond maar heeft een u-vorm met een baai aan het eind: het strand van Mondello, waar tutti Palermo bigt bij mooi weer. Als nordicman heb ik zelfs gezwommen en als enige want iedereen loopt hier in dezelfde winterkleding rond als bij ons in Holland te blauwbekken bij 15 graden plus.
Wij wonen en leven in een Siciliaanse eetcultuur, anders gezegd heel veel hier gaat over eten. Eettentjes bij de vleet.
De jeugd heeft ook hier afgehaakt en doet zich te goed aan snacks van het ‘ik wil obees’-kaliber. Zij hebben de superieure italiaans-siciliaanse keuken verlaten met de vierge olijfolie on top. Godsamme wat kunnen die italo’s koken. En het streelt ons dat de aubergine een prominente groente is: giga-aubergines wel te verstaan; gigantemelanzana.
Palermo is modern, het toerisme groeit sterk, er komt geld om, de door de oorlog vernielde/beschadigde gebouwen, te restaureren. Er wordt geïnvesteerd waardoor de boel in het centrum opgeknapt en veryupt. Tja. Zelfde proces als in Oost-Berlijn. De romantiek van de rotzooi gaat verdwijnen met de stugge, o zo gastvrije gewone palermitaan als symbool. Toch beter echt! Uiteindelijk worden alle mooie steden stukgetoerist; hallo Amsterdam en Venetië.Ik ga maar weer eens naar de markt van Ballaro. Een volkswijk waar ik mijn blijheid over Palermo kan uitleven.
CIAO

Please follow and like us: